Dvorák en Brahms op kamerformaat
zondag 25 september 2022 15:00
NIJMEGEN - Sotto Voce verzorgt zondag 25 september een optreden in de Groenestraatkerk aan de Groenestraat 221 in Nijmegen. Op het programma het Stabat Mater van Dvorák en twee orkestliederen van Brahms: Nänie en Schicksalslied. Het concert wordt uitgevoerd in samenwerking met het Cugnon Project en solisten. Aanvang 15.00 uur.
Het Stabat Mater is in de oorspronkelijke bezetting gearrangeerd voor een groot orkest en dito koor. Kamerkoor Sotto Voce maakt gebruik van een speciaal arrangement van Joachim Linkelmann voor klein kamerorkest, zodat orkest en koor goed in balans zijn. Het Schicksalslied en Nänie van Brahms zijn arrangementen van respectievelijk Henk de Vlieger en dirigent Marc Buijs. Meer info en kaarten: www.sottovoce.nl
Het Schicksalslied van Brahms is een korte, krachtige compositie voor koor en orkest. De tekst, een gedicht van Friedrich Hölderlin, bestaat uit slechts twee strofen, waarin de zaligheid van de goden tegenover het lijden van de mensheid wordt gezet. Voor Nänie, een klaagzang ter nagedachtenis aan een gestorven vriend, kiest Brahms een gedicht van Schiller, vol mythologische verwijzingen over de dood die ook voor ‘Griekse helden’ onvermijdelijk is.
Het Stabat Mater van Dvorák heeft een bijzondere ontstaansgeschiedenis. Hoewel Dvorák in een korte periode drie kinderen verloor, wanhoopte hij niet, maar putte kracht uit zijn geloof. Een van de beroemdste middeleeuws-Latijnse gedichten over Maria die haar zoon Jezus aan het kruis beweent, bood hem de mogelijkheid zijn verdriet om te zetten in muziek. Het stuk werd met groot enthousiasme ontvangen door het Engelse publiek tijdens een concert in de Royal Albert Hall in de lente van 1883, waar de componist door twaalfduizend mensen werd toegejuicht.
Marc Buijs over beide componisten: “Brahms is een meester die de vorm beheerst die hij gebruikt. De fuga bij de koorinzet van Nänie is een strenge en zéér oude vorm. Brahms laat dit thema ongelooflijk lyrisch en troostrijk klinken. Gewoon heel mooi. Ik kan er nog steeds niet de vinger op leggen waardoor dat komt en hoe Brahms dat voor elkaar heeft gekregen. Dvorák componeert snel en geïnspireerd. Toch lijkt hij niet uit op effectbejag: de enorme theatraliteit en dramatiek van het Stabat Mater komt over als puur en oprecht.”