Afbeelding
Foto:
Krulletje van Leo van Stijn

Goeie raod is duur

Algemeen

Om verschillende redenen wilden we een bezoek brengen aan Afferden in Maas en Waal, waar mijn schoonmoeder lang heeft gewoond en is overleden. 

Toen we het historische kerkgebouw passeerden, dat nu dienst doet als meditatiecentrum van oosterse monniken, voelden we hoe de tijd invloed heeft op ons dagelijks leven. Vaste patronen en geloven veranderen bijna geruisloos. Op het plein midden in het dorp stond de wekelijkse viskraam, waar we voor moeders vaak kibbeling kochten. Als rasechte Scheveningse genoot zíj daar overduidelijk van. Deze traktatie won het van de met stip op één staande tompouce van de Hema. 

Vis speelt in mijn leven ook een bijzondere rol. De familieleden van mijn oma waren bekenden in de Nijmeegse vishandel, waardoor vis vaak een onderdeel was van onze warme maaltijd. Hoewel alle moeite werd gedaan om graatjes uit onze kinderstukjes weg te halen, bleef het een traag eten met lange tanden. 

Tradities moeten in ere gehouden worden. Een bezoek aan de viskraam in Nijmegen bij het Hunerpark hoort daar dus bij. Een onverwachte stortbui zorgde voor veel publiek onder het uitstaande scherm. “Schuuf ’s op Bert. Je nimt mien hele uutsich op ’t aonbod weg.” Bert was stevig gebouwd en de woordvoerster slechts klein van stuk. “Fisfet is goed feur de cholesterolle. En al was ’t nie goed, ik haol hier alle saoterdaoge mien rantsoen. Een Lekkerbekske, ‘n Heuring en ‘n Bukkum.” 

Bert liet het er niet bij zitten en vulde rijkelijk aan: “Duu mien muir ’n Herdewieker en ’n Mekreel. En gin breudje d’r bij, duir kenne die fisse nie tege. Wist je dà? Kumme se saome geliek bute kieke, wà feur weer ’t is.” 

Hij was er niet magerder van geworden. Lachend keek hij rond. “Dà he’k allemaol nie fan mien eige, heur. Dà wuire wiese lesse fan mien moeder.” 

Voldaan keek hij om zich heen. “Die had nog ‘n goeie raod feur jullie: Hou de roepert en de poepert ope en laot de dokter nuir de bliksem lope.” Alsof Bert Pelleboer van zijn achternaam heette, brak het onweer spontaan los. “De erste klap is ‘n doalder weerd. Net as je gulde op de mert. Meneer Stijn hier rekent wel effe af.”