Afbeelding
Foto:

Kermis

De kermis was weer neergestreken in onze stad. Dit vermaak heeft de eeuwen getrotseerd. Dit jaar zwierden er reusachtige zwaaiers boven steeds losser lopend publiek. “Feur mien hoefe die gefuirlukke dinger nie”, zuchtte een forse man naast me op de Waalkade. Ik was op weg naar de bijzondere museumboot met een tentoonstelling over de Middeleeuwen.
Fan oma mochte se d’r ien”, klonk het hopeloos. Fan d’r nuir kieke ken ik al ofer mien nek gaon. Maar oma had het beloofd en daar was opa meestal gevoelig voor. Sij is grieperig gewurde. Hèt se anders nooit last fan. Muir nou met Coronao mot je extrao uutkieke natureluk.”
Het had toch wat moeite gekost en twee dreigende huilbuien om hem over te halen. “Fond ik froeger altied hertstikke leuk. Touwtje trekke en ien de draoimeule met hullie.” Hij kon er bijna om lachen. Feur ‘n ouwe seikerd fuul ik mien toch te jong.” Een OPA-schreeuw deed ons omhoog kijken naar zwaaiende kinderen. Wij bleken moeiteloos herkenbaar voor het tweetal, dat zich uitgebreid zwaaiend prima vermaakte. Na een paar rondjes meekijken begon mijn maag zich te roeren en met de rug naar het draaimonster wachtte ik de luidruchtige nederdaling uit den hoge af.
De kinderen hadden onbegrijpelijk genoten van het rondgeslingerd worden. Geen problemen met de hoogte of buikklachten; ze genoten zicht- en hoorbaar. Ze hadden vast heel wat om aan oma te vertellen. Begeleid door kermislawaai liepen ze huppelend naast opa naar huis; ik kocht kaartjes voor de museumboot.
De volgende ochtend, voordat de lawaaierige kermis losbarstte, hebben wij met twee van onze kleinkinderen de volgepakte museumboot Kasteel Vlotburg bezocht. Het middeleeuwse leven van boeren, burgers, ridders en heksen wordt verteld met enorm veel originele en nagemaakte voorwerpen. Heden en verleden raakten hier op de kade elkaar. Een bijzondere ervaring: schieten met houten pijltjes met zuignappen op het metalen borstharnas van je broertje, martelwerktuigen aanraken en een heks zoeken in de middeleeuwse ingewanden van het oude kasteelschip.

Over hoe ik thuis door twee riddertjes in de boeien werd geslagen, zal ik hier maar niet uitweiden.