Sfeerbeeld tijdens NEC-Vitesse. (Foto: Broer van den Boom/Orange Pictures)
Sfeerbeeld tijdens NEC-Vitesse. (Foto: Broer van den Boom/Orange Pictures) Foto:

Tikkie Takka #20:
De heilige Goffert

Dirk Lotgerink en Chiron Rengers zijn een leven lang NEC-supporter. In de rubriek Tikkie-Takka schrijven ze elkaar over alles wat met rood-groen-zwart te maken. 

Hej Chiron,        

Wat een nineties revival zeg, dat laatste tikkie van je. Bedankt daarvoor want ik was weer even terug in de tijd van Mark Verhoeven en Antti Sumiala. Helden. Je schrijft dat die muziek tijdloos is maar het Goffertstadion misschien wat minder, aangezien scheuren in ons beton het einde ter tijden lijken aan te kondigen. Maar dat is toch onzin, kom op zeg! Sinds 1942 spelen we al in een mooi stadion. Juist die betonnen bak in een groen stadspark typeerde onze club. Als kind kwam ik sowieso graag in de Goffert.
Mijn vader leerde me voetballen op de grote weide en in het weekend nam hij me mee naar NEC. Bij gebrek aan kaartjes klom ik in een boom om nog iets rood-groen-zwarts te zien. Toen het stadion werd verbouwd ging ik er na school vaak kijken. Bovenop de heuvel, aan de kant waar de stadionklok hing, zag ik hoe sloophamers aan de haal gingen met al die jeugdherinneringen. ‘De nieuwe Goffert' was niet veel later geboren en sindsdien onderscheiden we ons als club juist door die locatie. Dat juichende Arnhemmers verantwoordelijk zijn voor het afbreken van de bloedkuul vind ik verschrikkelijk.
Liever schrijf ik daar helemaal niet over omdat ik het dan niet meer kan ontkennen. Maar de catastrofe zou vele malen groter zijn als NEC door dit akkefietje besluit te verhuizen. Als het in Lent een prutstadion neerzet en onderweg de clubcultuur in de Waal verliest. Dan hoeft het voor mij niet meer, Chiron. We moeten in de Goffert blijven! Dan kunnen we misschien wel Super League spelen in Oosterhout, met onbeperkte parkeerplaatsen én een heuse kinderspeelplaats, maar liever juich ik tussen de bomen van het Goffertpark. Mijn bomen, onze bomen.
Als ze op het stadhuis meedenken kunnen we uitgroeien tot de mooiste cultclub van Nederland. In een uniek stadion met maatschappelijke projecten waar de gemeente trots op is. Gewoon, puir stuulkes erbij. Businessclub uitbreiden. Een winkeltje waarmee Boekhoorn de toko winstgevend maakt als er geen wedstrijden zijn. Nee, naar een bedrijvenpark of een weiland moeten we nooit gaan. Het Goffertpark voldoet! En verbouwen kan net als twintig jaar geleden gewoon gefaseerd, tribune voor tribune, wedstrijd voor wedstrijd, op weg naar alweer een Nieuwe Goffert.
Hajje,
Dirk