Sije Visser met de Koninklijke Onderscheiding. (Foto: Rob Koppers)
Sije Visser met de Koninklijke Onderscheiding. (Foto: Rob Koppers) Foto: Rob Koppers

Lintje voor Visser: ‘Voelt als erkenning voor wat ik al die jaren heb gedaan’

Algemeen

Sije Visser is vorige week benoemd tot Lid in de Orde van Oranje Nassau. In gesprek met ForzaNEC blikt de voormalig verdediger en bestuurslid van de club terug op het proces voorafgaand aan zijn ‘riddering’ en over het nu en de toekomst van NEC. 

Visser (72) kijkt tegenover supporterssite ForzaNEC.nl vol vertrouwen naar de race om de achtste plaats in de competitie, maar toont zich ook kritisch tegenover de alom geprezen middelste linie van NEC. “Ons middenveld scoort te weinig.” 

Vorige week woensdag, op 26 april, was de jaarlijkse lintjesregen. Tijdens de lintjesregen krijgen mensen die iets bijzonders hebben gedaan in de samenleving een Koninklijke Onderscheiding. Sije Visser kreeg de onderscheiding wegens zijn werkzaamheden bij NEC. Zelf was hij verrast door de uitverkiezing. “Dat is natuurlijk geweldig, je verwacht het niet.” Het krijgen van een lintje is een langdurig proces, legt Visser uit. “Het is een heel traject met allerlei vragenformulieren en aanbevelingen. De organisatie waarvoor je hebt gewerkt, in mijn geval NEC, moet dan vertellen wat ik allemaal voor ze heb gedaan.” Visser speelde vijftien jaar lang voor NEC en kwam tot bijna 500 duels. Verder was hij ook actief in het bestuur van de Nijmeegse club.

Moeilijke periode

De aanvraag voor Visser werd uiteindelijk goedgekeurd, waardoor hij de dag vóór Koningsdag zijn lintje in ontvangst mocht nemen. Dat was een mooi moment, vertelt de oud-verdediger: “Die dag ga je naar de schouwburg. Je wordt toegesproken door de burgermeester in een volle zaal, dat is een heel evenement.” De familie Visser komt uit een lastige periode. “We hebben hier de afgelopen jaren heel wat moeilijks meegemaakt. Ik ben een zoon en twee broers verloren in korte tijd. Dit was daarom een welkome verrassing. Het was een geweldige dag. Dit voelt als erkenning voor wat ik al die jaren heb gedaan.”

Onmacht

Ondanks alle gebeurtenissen op persoonlijk vlak, mist de oud-verdediger geen wedstrijd van NEC. Hij kan dit seizoen bij vlagen genieten van zijn club, maar de gelijke spelen zijn ook voor hem een doorn in het oog. “We hebben nu 38 punten, dat hadden er volgens mij minimaal 50 moeten zijn. Kwalitatief zijn we niet slechter dan Sparta”, aldus Visser. “Er zit alleen één verschil tussen: wij hebben 39 goals gemaakt, zij 50. Dat scheelt die twaalf punten.”

Visser zette jarenlang zelf de lijnen uit op technisch gebied. Hij weet als geen ander hoe moeilijk het is om doelpunten in huis te halen. “Dat (een spits, red.) is het lastigste om te halen. Organisatorisch staat het goed, maar aanvallend is het onvoldoende. We hebben twee spitsen, maar die zijn niet goed genoeg voor de subtop.” 

Volgens Visser schort het op nog één positie bij de Nijmegenaren. “Ons middenveld scoort te weinig. Je hebt een type Davy Klaassen nodig, die belangrijke goals maakt. Samen met een scorende spits, maar wij kunnen geen topspitsen halen. Je moet iemand hebben die A: betaalbaar is en B: naar NEC wil. Dat is lastig.”

Aalbers

De NEC-liefhebber in Visser zou best nog eens terug willen keren in een officiële functie bij de Nijmegenaren. “Het kriebelt wel moet ik toegeven, maar ik ben ook realistisch. Ik ben meer dan twintig jaar bestuurslid geweest, het is nu aan de nieuwe generatie.” Het vertrouwen in die nieuwe generatie heeft het oud-bestuurslid wel. Visser geeft aan gecharmeerd te zijn van Carlos Aalbers. “Ik ben blij dat er nu een technisch directeur is die de club kent en zich laat zien. Hij heeft zich ook al bewezen bij Groningen en AZ en is meer benaderbaar”, waarmee Visser hint op voormalig technisch directeur Ted van Leeuwen. “Die (Van Leeuwen, red.) zag je nooit, dat was een einzelgänger.”