Het Landhoofd te Nijmegen
Het Landhoofd te Nijmegen Foto: Karsten Russ

Muzikaal eerbetoon aan Het Landhoofd: 18 juni

Algemeen

NIJMEGEN - Het landhoofd is het gebouw met de twee torens aan het begin van de spoorbrug. Het gebouw is ontworpen door architect Pierre Cuypers die o.a. ook het rijksmuseum ontwierp. De Nijmeegse muzikant Dirk-Wim in ’t Hof schreef als onderdeel van zijn voorstelling “Nimma in een notendop” een lied over het Landhoofd. Samen met de beheerder van het gebouw (Peter Daanen) en de Nijmeegse fotograaf Karsten Russ maakte hij een portret over de geschiedenis van dit markante gebouw in woord, muziek en beeld.

Het Landhoofd

Het landhoofd is in 1879 gebouwd ter verdediging van de spoorbrug. In de 2e wereldoorlog verbouwden de Duitsers het tot geschutstorens. De kanonnen op het landhoofd maakten de meeste slachtoffers van de “oversteek” tijdens operatie Market Garden. Vanaf 1962 tot 2014 werd het Landhoofd gebruikt door de kunstenaar Theo Elfrink en Wim Giesbers die er hun ateliers hadden gevestigd. Peter Daanen, de huidige beheerder van Het landhoofd, geeft elke zondag rondleidingen en vertelt over de geschiedenis van het gebouw

Nimma in een notendop

De Nijmeegse Dirk-Wim in ’t Hof schreef een ode aan het landhoofd. “Het Landhoofd is een uniek gebouw en heeft een rijke historie. Toch kennen veel Nijmegenaren het gebouw niet. Daarom wilde ik het opnemen in mijn voorstelling over Nijmegen”. In de voorstelling “Nimma in een notendop” beschrijft en bezingt de Nijmeegse muzikant typisch Nijmeegse onderwerpen. Zo verscheen in maart van dit jaar al een muzikale kroegentocht door de jaren ’80 genaamd “dansen in de Swing”.

Landhoofd in tekst beeld en muziek

In het lied, geschreven door Dirk-Wim in ’t Hof verteld Peter Daanen over de geschiedenis van het Landhoofd. De Nijmeegse fotograaf Karsten Russ maakte met foto’s en drone-beelden een videoclip voor bij het lied. Het beeldverhaal over het landhoofd is vanaf 18 juni te zien en te horen op de FaceBook pagina van Nimma in een notendop, Youtube en natuurlijk in het Landhoofd zelf en op de website

www.landhoofd024.nl.