Afbeelding
Foto:
Krulletje van Leo van Stijn

Kouwelijk

Algemeen

Wisselende weersomstandigheden zorgden voor variatie in het uitlaatschema van onze Max. De voorspelde zon op deze herfstige dag bracht ons naar het park bij de Wedren, waar een lege bank ons verleidde plaats te nemen. 

Terwijl de hond zijn energie kwijt kon door een weggegooide bal braaf terug te brengen, vermaakten wij ons met mensen kijken. Een man in korte broek trok onze bijzondere aandacht. Zijn benen droegen de kleur van een lange vakantie. Hij was al enkele keren naar mensen toegelopen om iets te vragen. Kennelijk zonder succes. Toen waren wij aan de beurt. 

“We sien net hier ien Nimwege aongekomme um de fekansie nog met ‘n week te ferlenge, feur we deurrije nuir ons huus ien Groningen.” Ze woonden nog niet zolang in het Noorden. De verhuizing was het gevolg van het feit dat zijn werkgever gespecialiseerd was in crisismanagement bij aardbevingen. Het Nimweegs was hij nog niet verleerd. “We wouwe hier nog fan de ouwe stad geniete, wuir we soefeul juire mè feul plesier hebbe gewoond.” 

Zijn Hawai-outfit paste eerder bij een Indian Summer dan bij de ingetreden herfst die met opstekende wind het aangenaam verpozen dreigde te verdrijven. “We komme net uut Kroatie mè de kerrefen. ‘t Is duir fantasties. Alle campings sien all ienkloesif. Graotis doesjes en pleepepier, bedoel ik. De son de hele dag op je bakkes en het seewaoter is oek op temperetuur gebrach. En schon!” 

Zijn vrouw bleef mopperen op de kou in Nederland. “Nou mos se hier erst ‘n nije jas. Gewoon ‘n tussedeurtje wilde se. Muir tussedeurtjes maoke dik, nie wuir?” Hij bewoog onrustig voor ons alsof hij de aandacht op zijn stevige gebronsde onderdanen wilde vestigen. Wij schoven wat op, om een zitplaats voor hem te vrij te maken, maar hij bedankte vriendelijk. 

“Ik see nog tegen heur da ‘t helemaol nog nie koud was. Soelang as de thermometer nog ien de dubbele sijfers steet, gao ik nie met ‘n lange boks aon lope. Nou mot ik fan mien frouw nuir ’n huuserts. Ik heb ‘n blaosontsteking.” 

Hij bofte, want de huisartsenpraktijk zit in het kerkje om de hoek. Een kaarsje aansteken zou misschien al helpen.